Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de vis in de rivier zal sterven, zodat de rivier zal stinken; en [20]de Egyptenaars [21]zullen vermoeid worden, dat zij het water uit de rivier drinken mogen. 20. Hieruit is af te nemen dat niet de Israelieten, maar alleen de Egyptenaars gebrek aan goed water gehad hebben. 21. Te weten, door den arbeid van het graven, dat zij rondom de rivier doen zullen, zoekende water, gelijk vs.24; anders, het zal den Egyptenaars lastig, of, bezwaarlijk vallen.